Hoe kijk ik als behandelaar aan tegen BDSM?
In onderstaande vragenlijst wordt gepeild naar jouw kink friendlyness en awareness. Uiteraard geeft deze test geen enkel waardeoordeel over jou als behandelaar, maar hij geeft je wel inzicht in hoeverre je vertrouwd bent met en kennis hebt over BDSM en de beleving daarvan.
Je zou bijv. deze test 2x kunnen doen; 1x voordat je het boek “BDSM in de & jouw praktijk” hebt gelezen en 1x nadien. Je kan dan vaststellen of het boek je vertrouwdheid en kennis vergroot heeft.
Je vindt hieronder 10 vragen (A tot J) met telkens verschillende mogelijke antwoorden. Geef telkens maar 1 antwoord en kies dat wat het best bij jou past. Elk antwoord heeft een bepaalde score nl. in welke mate jij kink friendly en aware bent.
Behandelaren die deze scorelijst willen ontvangen kunnen deze opvragen via het CONTACTFORMULIER. Ze kunnen dan zelf hun scores evalueren.
Behandelaren die zich actief willen richten naar de doelgroep van BDSM’ers, kunnen ons via het CONTACTFORMULIER mailen met hun motivatie om in de BDSM-vriendelijke zorgverlenerslijst opgenomen te worden. We bekijken dan samen de mogelijkheden.
Zie: BDSM-vriendelijke zorgverlenerslijst (Vlaanderen)
VRAGEN:
A. Als ik een cliënt met letsels/kwetsuren bij mij in de praktijk krijg waarvan de oorzaak niet meteen duidelijk is, dan is mijn eerste reactie:
1. nadenken over het opstarten van een melding ‘Veilig thuis’ omdat deze persoon mishandeld is
2. het gesprek aangaan en vragen of deze letsels/kwetsuren ongewild of gewild opgelopen werden om de context te begrijpen
3. na de eerste behandeling door te vragen en proberen adviezen te geven om de letsels/kwetsuren in de toekomst te voorkomen, of alleszins minder ernstige gevolgen te laten hebben
4. indien de cliënt dit wenst, niet te vergeten dat ik met de cliënt een vervolgafspraak dien te maken voor verdere opvolging
B. Als een cliënt me vertelt aan BDSM te doen, dan is mijn eerste reactie:
1. me af te vragen of ik deze cliënt door moet sturen om dit probleem op te lossen
2. door te verwijzen naar een collega, want ik begrijp die behoefte niet of weet er te weinig van af
3. te bevragen hoe de cliënt dat nu beleeft of hoe hij/zij dat wenst te beleven
4. te bevragen aan welke behoeften dit voldoet en hoe de cliënt dit ervaart
C. Natuurlijk weet ik wat een BDSM-beleving inhoudt, want ik:
1. heb er in mijn opleiding kennis mee gemaakt
2. heb er fictieboeken over gelezen of films over gezien
3. kan die boeken of films zo meteen opnoemen
4. ben er non-fictie over gaan lezen
5. ben er gericht informatie over gaan opzoeken en/of heb er een uiteenzetting over bijgewoond
6. heb professionele ervaring met dergelijke cliënten
7. heb er persoonlijk ervaring mee
D. Als een cliënt in mijn praktijk zegt BDSM’er te zijn, dan is mijn eerste reactie:
1. er één van professionele herkenning
2. er één van menselijke en professionele interesse
3. er één van professionele interesse
4. er één van afkeer
5. er één van onbegrip
E. Als een cliënt zegt dominant, onderdanig of switch te zijn, dan:
1. snap ik daar niets van
2. snap ik waarover het gaat
3. herken ik het vanuit gesprekken met andere cliënten, collega’s, of via de media
4. herken ik bepaalde facetten daarvan in mijn persoonlijk leven
F. Als een cliënt advies vraagt of een bepaalde BDSM-beleving wel mogelijk is binnen zijn fysieke en/of psychische grenzen, dan:
1. raad ik dat zonder meer af want je moet de risico’s niet gaan opzoeken
2. ga ik doorvragen wat er dan gedaan wordt en probeer van daaruit adviezen te formuleren
3. ga ik zeer specifieke vragen stellen over de omstandigheden, intensiteit, frequentie en proberen zeer specifieke adviezen te formuleren
G. Als een cliënt me vraagt om hem/haar te begeleiden in de zoektocht naar een BDSM-beleving, dan zal ik:
1. zeggen dat ik me daar niet deskundig genoeg voor voel
2. zeggen dat ik mijn best zal doen om adviezen daarbij te geven
3. zeggen dat ik me eerst ga inlezen over het onderwerp vooraleer adviezen te geven
4. zeggen dat we het er later over zullen hebben, maar er niet op terugkomen
5. zeggen dat we het er later over zullen hebben en meteen inplannen voor een bepaalde sessie
6. meteen de verwachtingen van de cliënt bevragen en verdere afspraken daaromtrent maken
H. Als ik meer diepgaande informatie zoek over BDSM dan:
1. weet ik waar ik dat zou kunnen zoeken
2. dan kan ik zonder problemen een aantal diverse bronnen aanboren
3. dan zou ik moeten zoeken maar vind het lastig te ontdekken waar dat zou moeten zijn
4. zou ik niet weten waar te beginnen
I. Ik vind dat BDSM’ers bij behandelaren terecht moeten kunnen die:
1. niet noodzakelijk specifieke kennis over BDSM moeten hebben; als behandelaar moet je iedereen verder kunnen helpen
2. minstens degelijke basiskennis over BDSM moeten hebben
3. gevorderde, specialistische kennis over BDSM moeten hebben
J. Als ik bij een client het vermoeden heb dat BDSM een rol speelt m.b.t. zijn consultatie, dan:
1. breng ik het niet ter sprake want dat zijn mijn zaken niet
2. opper ik voorzichtig mijn vermoeden
3. stel ik open en laagdrempelige vragen om mijn vermoeden al dan niet bevestigd te krijgen
4. benoem ik wat ik zie en hoor, en hoe ik dat zou kunnen interpreteren